Een alledaagse held wacht niet af tot een ander in actie komt. Hij is zijn eigen leider. Terwijl hij frisgewassen over straat loopt – al dan niet in een nauwsluitend pakje – houdt hij zijn ogen en oren open; overal ligt een goede daad op de loer. Hij laat zich inspireren door filosoof Edmund Burke die zei:

Niemand maakt een grotere fout dan degene die niets doet omdat hij maar zo weinig kan doen.’ 

Een alledaagse held weet dat hij niet iedereen kan helpen, maar dat hij wel iemand kan helpen. Daarmee maakt hij een verschil. Want een goede daad staat niet op zichzelf, maar leeft voort, aardigheid is besmettelijk als de pest.

Voor Alan Rickman, die ervoor koos om aardig te zijn.