Ik was boodschappen aan het doen in de veel te kleine AH in Lombok. Je weet dat het beter is om vijf minuten verder te fietsen naar een supermarkt waar je met twee mensen naast elkaar door het gangpad kan lopen en de rij voor de kassa niet tot aan de geitenkaas reikt. Maar niemand doet dit. Anders zou het ook niet zo druk zijn.

Dus…ik liep door dat nauwe gangpad en zag daar een meisje gehurkt met haar telefoon bij de tomatensaus zitten. Je kon letterlijk niet om haar heen. Maar toch lukte het mensen om een pak tomatensaus te pakken of langs haar te komen.

Toen ik wat beter keek, zag ik dat ze aan het huilen was. Ik schat dat ze zo’n 21 jaar was.

Ik vroeg wat er aan de hand was. Met zwaar Twents accent vertelde ze dat haar moeder net had gebeld om te vertellen dat haar oma was overleden.

“Ik kom er net vandaan, uit Twente. Ik was er net nog”, zei ze snikkend. “Oh sorry, hoor, sta ik hier te huilen.”

Ze was heel dik met haar oma, en had niet eens afscheid kunnen nemen. Het enige wat je dan kunt doen is een arm om zo’n meiske heen slaan. Ik liet haar wat op adem komen en uitsnikken.

“Sterkte jij”, zei ik en wreef wat onhandig over haar schouder.

“Dank je, sorry hoor”, zei de blonde Twentse weer, terwijl ze de mascara onder haar ogen wegwreef met haar mouw.

Ze vertrok met een leeg boodschappenmandje. Klaar om weer op de trein terug naar Twente te stappen.