Het is zes uur en ik sta in de eindeloze rij voor de kassa van de nieuwe Albert Heijn op de Damstraat. Voetje voor voetje schuifelen we met onze boodschappen richting de lopende band.

Hoe kan dat nou, denk ik. Voor een week geleden ging ik nog naar de Albert Heijn aan de overkant die drie keer zo klein was, en stond ik nooit in zo’n lange rij (die paste daar niet eens). Waar komen deze mensen vandaan? Had ik deze tijdverspilling kunnen voorkomen? Ik heb maar vijf items en daarvoor sta ik voor mij gevoel al bijna een kwartier in deze suffe rij.

Om me heen zie ik nog meer mensen met een soort gepijnigde verwonderde blik om zich heen kijken. Waarschijnlijk denken we allemaal hetzelfde.

Gelijk begint mijn heldenhart te kloppen. De rij kan ik niet verkorten. Maar kan ik het wachtleed van een paar omstanders andere manier verzachten?

Op de weg naar buiten koop ik een bloemetje bij de klantenservice waarmee ik een paar fietsen van wachtende boodschappers opfleur. En hopelijk straks ook de boodschappers zelf!

ippipp