Het was een uurtje of tien ’s avonds op station Amersfoort. Een jonge vrouw liep op me af. Ze hield stevig de hand van een jochie rond de acht jaar vast. “Zou ik misschien met jou mee kunnen rijden?” vroeg ze. Ze had via een speciale actie van de NS een kaartje gekocht waarbij ze gratis mocht reizen als ze met iemand meeging met een kortingskaart. En die had ik. Dus ik stemde er mee in. “Hartstikke fijn!” zei ze en glimlachte. Het was een knap meisje. Slordig knotje in haar asblonde haar, grote bruine ogen, slank.

We gingen in hetzelfde pad zitten voor het geval een conducteur zou komen controleren. Het jongetje lag met zijn knuffel tegen haar aan. “Ik heb honger mam”, zei hij. Maar ze had niets van eten bij zich. “Ik heb wel nootjes bij me”, zei ik. Ik haalde een zakje amandelen tevoorschijn. Hij haalde zijn neus een beetje op. “Aha,” zei ik. “Jij hebt gewoon lekkere trek!”. Hij begon schuldig te grijnzen en stak zijn hoofd achter zijn knuffel.

Na tien minuten kwam er een conducteur aan. “Zij reizen met mij mee”, zei ik en liet mijn kortingskaart zien. Alles was in orde en de conducteur liep verder.

Ik had mijn oortjes weer ingedaan en was muziek aan het luisteren. Maar na een paar minuten deed ik één oortje uit. En daarna de andere. Ik was nieuwsgierig naar die twee naast me. Ik kwam erachter dat haar vader momenteel ziek was en niet bepaald om de hoek woonde. Haar vriend woonde in Heerenveen, zij en haar zoontje in Houten. Dan zijn dat soort NS-acties wel welkom.

“Mijn vriend durft dit niet aan andere mensen te vragen”, zei het meisje. “Maar ja, het scheelt zoveel geld.” Ze snapte het wel van haar vriend. “Je stelt je kwetsbaar op, mensen gaan misschien denken dat je schooit.”

Haar moeder was altijd heel trots, maar zij had inmiddels geleerd zich daar overheen te zetten en om hulp te vragen. Er zijn belangrijkere dingen, zoals het welzijn van het jochie dat tegen haar aan lag. Ze kroelde door zijn haar en lachte met haar mond dicht. “Jong moeder worden, leert je hulp te accepteren. Ik heb nu eenmaal heel weinig te besteden.” Ze was 17 toen ze hem kreeg. “Andersom help ik ook mensen hoor, alleen niet met geld”, zei ze.

We kwamen aan op Utrecht. Ze maakte haar zoontje wakker. Hij waggelde slaapwandelend aan de hand van zijn moeder naar de uitgang van de trein. Zij wenste mij een fijne avond. Ik hun hetzelfde en succes met het vinden van nog een passagier met een kortingskaart.