Afgelopen dagen gonsde het op Twitter en Facebook van de #nomakeupselfies. De actie om geld in te zamelen voor borstkankeronderzoek is per ongeluk begonnen door een meisje die na haar chemotherapie een selfie van zichzelf nam. Ze noemde het een #nomakeupselfie. Om haar te steunen, maakten vrienden en familie er ook een.

Het werd opgepikt door goede doelen en sociale media en toen explodeerde het. Inmiddels zijn er miljoenen euro’s gedoneerd aan kankeronderzoek.

Hoe het werkt? Je zet jezelf zonder make-up op de foto en deelt dat op Twitter of Facebook onder de hashtag #nomakeupselfie. En dan sms je (in Nederland dan) 4333 naar Pink Ribbon waarmee je een donatie van drie euro doet. Je kunt ook vrienden nomineren om hetzelfde te doen. Het idee achter het make-uploze gedeelte is dat je je als vrouw kwetsbaar opstelt om zo vrouwen met borstkanker een steuntje in de rug te geven.

 

Nu is het natuurlijk fantastisch dat er zoveel geld voor kankeronderzoek is ingezameld. En toch voelde ik een bepaalde weerstand. Ik kon er niet helemaal de vinger opleggen waarom. Maar deze blog in The Huffington Post van ex-kankerpatiënt Kristina Egan beschrijft het perfect.

As an ex-cancer patient, I made pretty clear early on that the “no makeup selfie” had zero relevance to the experience of cancer. In my eyes, the NMS was supposed to be a move of solidarity for the people going through cancer. Baring yourself, exposing yourself, making you feel vulnerable, to try to understand a mere taste of the fragility that someone with cancer experiences when they look in the mirror. The photos I saw did not show that. They were still mysteriously camera ready and lacked the level of realness that the cause demanded.

(…) I am reminded constantly about how much money it has raised but something like this should have meant more than just money.

Kristina beschrijft verder in haar blog dat juist door de controverse die de NSM-campagne opriep, er meer betekenisvolle rauwe foto’s en verhalen verschenen. En dat door de ophef een ongelofelijke hoeveelheid geld is ingezameld en nog steeds wordt ingezameld.

Ook al zou ze liever zien dat de donaties op een andere manier binnenkomen, respecteert ze het doorzettingsvermogen van de campagnevoerders en vindt ze dat de hype is uitgegroeid tot iets van betekenis. En ik ben het met haar eens.

Maar ik heb nog iets wat aan mij knaagt… Heel veel andere ziektes zouden zo’n mediahype waarschijnlijk nooit voor elkaar krijgen. Zodra je het woord kanker noemt, staan we klaar met onze portemonnee. Niet zo gek, want we snappen direct waar het over gaat en het roept emotie op.

Met heel veel andere ziektes is dat niet zo. Mijn zusje is kinderverpleegkundige en ziet dagelijks kinderen met bijvoorbeeld zeldzame stofwisselingsziektes waarvan je weet dat ze niet ouder dan 18 gaan worden. Er zijn zo’n 600 verschillende stofwisselingsziektes ieder met een unieke onuitspreekbare naam. Maar bij elkaar hebben zo’n 10.000 gezinnen in Nederland met een stofwisselingsziekte te maken. Dat is dan weer heel veel.

Nu wil ik absoluut geen appels met peren vergelijken. Je kunt niet zeggen dat ziekte A erger is dan ziekte B. Maar wat ik wel kan stellen is dit: voor onderzoek naar ziekte A is het makkelijker geld in te zamelen dan voor ziekte B.

Strik maar eens een roze lint om een stoma en zet dat op de cover van een glossy. Of wat denk je van een #noanusselfie of een #kapottedarmie?

Ik juich het succes van de NMS-campagne toe. Echt. Maar ik vind dat andere hoognodige medische onderzoeken ook wel een beetje hierop mee mogen liften. Daarom heb ik geen #nomakeupselfie gemaakt, maar een #buikie en een donatie gedaan voor onderzoek naar stofwisselingsziektes.

De foto van mijn buik is niet bedoeld om me kwetsbaar op te stellen om zo stofwisselingsziekte-patiënten te steunen. Ik heb namelijk geen idee hoe het is om zo ernstig ziek te zijn dat iedere vezel in mijn lijf kwetsbaar voelt.

Wat ik wel kan doen is laten zien dat ik besef dat ik geluk heb dat mijn lijf goed functioneert. Dat het eten dat ik naar binnenwerk van mijn mond, naar mijn darmen, naar buiten gaat en dat onderweg de juiste stoffen in m’n lichaam worden opgenomen waardoor ik kan fietsen, werken, dansen, denken, rennen en op dit moment deze blog kan schrijven.