Het lukte me vrijdag niet om erover te schrijven. En dit weekend ook niet. Ik wilde het niet weten. Blokkeerde het nieuws.

Maar gister was er geen ontkomen meer aan. In de ochtendkranten op weg naar werk las ik de persoonlijke verhalen van de inzittenden. De dolverliefde sprankelende leraar Laurens, de fietsende vrienden, aanstaande minister Pim, het gezin dat hun zoon van 17 alleen achter laat, de Amnestywerker…

GriefAlles wat ik gister moest schrijven bij RTL Nieuws ging over de vliegramp. Toen pas hoorde ik ook dat de broer van een collega van me in dat vliegtuig zat. Collega’s die vanaf het begin de bericht- en verslaggeving over de ramp hadden verzorgd, zagen er moe uit. Het was zwaar, zeiden ze.

’s Avonds keek ik naar het nieuws. Na een special over de vliegramp, volgde een uitgebreide reportage over de Gazastrook. Wat een zootje is het in de wereld. Ziekenhuizen worden beschoten en rebellen poken door de spullen waar de lichamen van onze naasten liggen. Tranen biggelden over mijn wangen.

Ik ben deze blog begonnen om mijn verantwoording als individu te nemen. Om te laten zien dat er altijd wel iets, hoe klein ook, is wat je kunt doen. Maar de laatste dagen voelde ik me net als de rest van Nederland boos, machteloos, lamgeslagen. Wat kun je doen voor de mensen die nu ondraaglijk hartzeer hebben?

Weinig. Het enige wat je kunt doen is je medeleven tonen. En dat heb ik dan ook maar gedaan via het colondeanceregister. Want hoe klein of nutteloos dat ook lijkt, volgens woordvoerders van de families van slachtoffers voelen al die duizenden steunbetuigingen als een warme deken. Ze staan niet alleen in hun verdriet, boosheid, onbegrip en verslagenheid.